Gedichtanalyse - Paul Van Ostaijen

Gedichtanalyse:

 

De eerste dichter die meteen bij me opkwam was Paul van Ostaijen. Hij was de man die mij aan de poëzie introduceerde. Vorig jaar las ik ook gedichtbundel van hem die me erg smaakte (Nagelaten gedichten). Bijna 90 jaar geleden overleed de man, maar zijn gedichten zijn nog steeds met erg veel maatschappelijke thema’s te linken. Hoewel de gedichten soms moeilijk geschreven zijn, voor de moderne lezer, zitten ze vol mooie rijmschema’s en andere tekstverfraaiingen.

Leopold Andreas Van Ostaijen, geboren in Antwerpen, 22 februari 1896. De schrijver van het alom bekende kinderversje ‘Mark groet ’s morgens de dingen’ was al sinds jonge leeftijd een ‘enfant terrible’. Na tal van keren van school gestuurd te worden en zich te instaleren in zijn vaders landhuis, ontdekte hij wat hij echt wou doen, schrijven.

Jammer genoeg moest hij al snel het leven laten, want op zijn 25ste kreeg hij tuberculose. Dit bedierf nochtans zijn werksfeer niet, want hij bracht nog steeds tal van dichtbundels en andere publicaties uit. Hij stierf uiteindelijk op 32 jarige leeftijd, 18 maart 1928.

 

3 Belangrijke dichtbundels zijn:

-          Music-Hall (1916), zijn eerste dichtbundel. Dit is altijd een erg belangrijk werk voor een befaamd dichter/schrijver.

-          Feesten van angst en pijn (1921). In deze bundel staan erg abstracte gedichten. Deze schreef hij terwijl hij zich in Berlijnse ballingschap bevond. Zijn wereld raakte steeds meer verscheurd en hij kon op bepaalde momenten realiteit en fictie niet meer onderscheiden. Dit maakt deze bundel enorm uniek.

-          Nagelaten gedichten (1928) zijn allerlaatste bundel en voor mij persoonlijk ook belangrijk omdat deze me aan hem heeft geïntroduceerd.

 

3 Belangrijke thema’s zijn:

-          Wanhoop (Feesten van Angst en pijn). Op een enorm abstracte manier beleef je via zijn gedichten de wanhoop van Paul Van Ostaijen tijdens zijn ballingschap.

-          Dagdagelijkse voorwerpen. Paul kon als de beste prachtige gedichten schrijven over de meeste banale voorwerpen. Het beroemde gedicht ‘Huldegedicht aan Singer’ over een naaimachine is zo abstract en mooi geschreven dat de lezer een verder liggende gedachte gaat zoeken achter een ‘gewoon’ voorwerp.

-          Mythische fenomenen. Van Ostaijen schrijft ook gedichten die als titel een woord hebben dat erg mytisch geladen zijn. (Vb.Mythos; Melopee)

 

2 Belangrijke prijzen:

Paul Van Ostaijen won nooit een literaire prijs, omdat deze in die tijd nog niet bestonden. Later voor herdrukken heeft hij ook nooit een prijs gekregen. Nochtans is hij een enorm bekende dichter en gaat zijn werk na 90 jaar nog steeds mee, wat toch een enorm compliment is.

In 1948 ontstond de Jan Campert-prijs. Deze prijs werd jaarlijks toegekend voor werken van poëzie. Paul zou deze in zijn tijd kunnen hebben gewonnen, maar jammer genoeg is hij nooit in aanmerking gekomen.

 

Gedichtanalyse:

 

Melopee:

 

Onder de maan schuift de lange rivier

Over de lange rivier schuift moede de maan

Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

 

Lang het hoogriet

Langs de laagwei

schuift de kano naar zee

schuift met de schuivende maan de kano naar zee

Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man

Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee

 

(Nagelaten gedichten,1928(eerste druk)/1996(dertiende druk)

 

Analyse:

De titel van het gedicht is ‘Melopee’ wat ritmisch gezang betekent (als begeleiding van een declamatie). Het gedicht is inderdaad erg ritmisch. Het ritme in het gedicht is wel erg traag door woorden zoals schuiven, lange, … door het gebruik van lange klinkers gaat het tempo omlaag. Ook het ‘gezang’ dat wordt uitgedrukt door het veelvuldig herhalen van zelfstandige naamwoorden, werken het trage tempo/ritme in de hand.

 

In het verhaal lijken twee grote hoofdpersonages te zitten. De maan en de man. Het lijkt alsof de dichter een soort schilderij wil schilderen van een man die op zijn kano langs een rivier naar de maan vaart. Vreemd is wel dat de man, als enige menselijke persoon, pas opduikt in vers 9.

De lyrische is dus een onbekende man die voor een onbekende reden ’s avonds met zijn boot over een riviertje dobbert richting zeemonding. Het mogelijk dat Paul zelf die man is en dat hij op zoek is naar rust, maar dit is slechts een van de vele perspectieven die je kan aannemen bij het lezen van dit gedicht.

 

Het gedicht straalt een en al rust uit. Een man die met zijn bootje langs een rietveld rustig dobbert.

Zoals ik eerder al zei, kan je het letterlijk als een schilderij voorstellen. Paul Van Ostaije ,die ons als geen ander over banale taferelen kan laten nadenken, slaagt ook hier weer om het rustgevoel helemaal tot de lezer te laten inslaan.

Het moet een zalig gevoel zijn om ’s nachts rustig met een bootje over de Schelde te varen met het maanlicht op je aangezicht.

De titel en de inhoud van het gedicht hebben vooral ritmisch iets met elkaar gemeen. Zoals reeds aangehaald betekent Melopee een ritmisch gezang, wat ook weer terug te koppelen valt aan het rustgevoel dat je krijgt. Ritmisch dobberend over het water met enkel het geluid van de golfjes om je heen. Het klinkt als muziek in de oren.

En toch zijn er enkele woorden waarbij je het gedicht vanuit een ander perspectief zou kunnen bekijken.

De combinatie van de woorden maan,zee,laagwei en het trage ritme van het gedicht, zorgen er toch voor dat er een erg melancholische naklank op het gedicht wordt achtergelaten. Ook steeds het terugkomen van die (lange) ‘ee’ klanken zorgen voor een vrij deprimerende sfeer, wat dus recht tegenover mijn eigen/vorige mening staat.

Als je het gedicht van dit perspectief bekijkt,is het niet meer een ‘feel-good’ gedicht, maar eerder een verdrietig eenzaam gedicht.

Een man die helemaal alleen met zijn bootje gaat varen, geeft toch een enorme indruk van eenzaamheid. Niemand kan hem storen en nu kan hij eindelijk in volledige rust over zijn problemen denken.

Andere bronnen zeggen dat dit symbool staat voor het leven van Paul Van Ostaije.

“Hij vaart langs hoogte-en dieptepunten (hoogriet en laagwei), maar de kano schuift onherroepelijk naar het einde van de rivier. Sommigen zien in de maan, die meeschuift, vergezelt, maar passief is, een religieus element.De laatste vraag is dan de vraag naar het waarom van het leven.”

 

Het gedicht bestaat uit twee verschillende strofes. Strofe 2 heeft het dubbele aantal verzen van strofe 1. De strofen worden van elkaar gescheiden door een witregel die slechts een visuele functie heeft, want ook in strofe 2 wordt het landschap verder beschreven. Door het grote aantal bijwoordelijke bepalingen (onder,over,langs,…) dankt het gedicht zijn traagheid. Ook mede dankzij de lange klanken die telkens weer worden gebruikt. De lange tweeklanken ‘ee’ en ‘aa’ zorgen ook voor het trage effect van de tekst.

Een rijmschema is niet aanwezig in dit gedicht al klinkt het gedicht ritmisch perfect. Er worden wel veel schijnbare assonanties gemaakt,bijvoorbeeld: in één zin komt meerdere keren de lange ‘a’ aan bod.

In het 9de vers vat de dichter als het ware het gedicht samen. Al de hiervoor beschreven taferelen spelen zich nu af op 1 versregel.

Het gedicht is een vrij vers.

Als we alles dan samenbrengen als een conclusie kunnen we het volgende constateren. Door de herhaling van zelfstandige naamwoorden, de lange ‘ee’ en ‘aa’ klanken en de assonanties die telkens opnieuw worden herhaald, krijgen we een erg melancholische bijklank. Deze kan worden gekoppeld aan de gedachtegang dat dit gedicht een metafoor is voor het leven van Paul Van Ostaije die dus hoog-en dieptepunten heeft gekend. Toen hij dit gedicht schreef had hij al last van tuberculose dus het verwijst misschien naar zijn, cru gezegd, naderende einde.

 

Bronnen:

 

ostaijen. (sd). Opgeroepen op januari 7, 2016, van Antwerpenboekenstad: https://www.antwerpenboekenstad.be/ostaijen

Ostaijen, P. V. (1996 (dertiende druk)). Nagelaten gedichten. In P. v. Ostaijen, Nagelaten gedichten (p. 509). Amsterdam: Prometheus.

Wiki. (2015, december 31). Opgeroepen op januari 7, 2016, van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_van_Ostaijen

Wouters, R. (sd). klassiekegedichten. Opgeroepen op januari 7, 2016, van https://klassiekegedichten.net/index.php?id=9