Stripanalyse
Ik las de strip 'Barbara - het geheim onder water'.
Het gaat over een trio van vrienden die op vakantie zijn op het eiland Martinique. Tijdens het duiken vinden ze een gouden plaat met een raadsel erop.
Boeven zien dit en doen er alles aan om deze gouden plaat in bezit te krijgen. Uiteindelijk lukt het hen, maar wat ze niet weten is dat de groep vrienden waaronder Barbara het raadsel reeds had opgelost. Wanneer de plaat over een schilderij wordt gelegd, is er een schatkaart zichtbaar.
Na even rijden vinden ze de schat en worden ze beroemd door deze ontdekking.

Tijd:
Het verhaal speelt zich af in dezelfde tijd dat het boek is geschreven, namelijk rond 1976. Het zou zich ook later kunnen afspelen, want er zijn geen duidelijke tijdsindicaties aanwezig in de strip. Het verhaal gaat wel over een gebeurtenis die plaatsvond in 1902. De vulkaan op het eiland barstte uit en hierdoor kwamen alle schatten onder een laag stof te liggen.
Plaats:
Zoals ik reeds aanhaalde vindt het verhaal plaats op het eiland Martinique, ook wel het Bloemeneiland genoemd. Omdat er een heel mysterie rond de schatten van dit eiland hangt, rijden de hoofdpersonages steeds van de ene kant van het eiland naar de andere. Ze praten met de bevolking en zoeken de enige overlevende van de vulkaanramp. Zo komen ze steeds dichter bij het oplossen van het raadsel.
Beeldcompositie:
De beeldcompositie op deze pagina is zeer onorthodox.
Een groot deel van de pagina is enkel medium-close ups. Hiermee begint de pagina dus ook. Een vriendin van Barbara gespannen kijkt naar haar vrienden.
Doordat Barbara wat vervaagt wordt door de andere beelden, kunnen we het eerste beeld van Barbara een medium shot noemen. Ze wordt van ongeveer haar knieën in beeld gebracht.
Hierna volgt een long shot van de hele situatie. Vaak worden deze shots gebruikt in het begin, maar hier wil de illustrator pas in het midden van de pagina duidelijk maken wat er allemaal gaande is.
In de 3rde prent waar de man een tomaat in het gezicht krijgt, kunnen we spreken van een close-up. Je ziet een duidelijke expressie op zijn gezicht en die wordt nog duidelijker door de close-up. Er is ook een close-up bij de voorlaatste prent. Hier zie je de vriend van Barbara die met angstige ogen naar het koffertje kijkt.
De pagina eindigt weer met een longshot van een persoon die met zijn wagen wegrijdt.
In de opnamehoek wordt er niet veel geëxperimenteerd. Het camerastandpunt is altijd neutraal en er worden geen speciale point-of-view shots gemaakt.
Op deze pagina is er enorm weinig breathing space, omdat al deze acties enorm snel op elkaar volgen en dit zorgt voor een spannend effect. De kaders waarin de personages staan zijn klein en het voelt erg chaotisch aan. Dit om de chaos in de eigenlijke scène te benadrukken.
Er wordt enorm veel met de subjectieve camera gespeeld in deze scène. Steeds schuift hij een beetje verder op, maar het grootste deel zijn toch frontale shots. Dit om de spanning en expressie te benadrukken.
Het beeld dat het dichtst leunt tegen een objectieve camera is het middelste shot. Hier zit de camera letterlijk 90 graden van de actie en wordt er dus in profiel gekeken door een fictieve waarnemer.
De regel van derden: Het midden van de scène wordt gezien als een van de minder interessante plekken. Ook op deze pagina speelt bijna alle actie zich af op de periferie van het blad. Op elk aantrekkingspunt gebeurt er wel iets.
De pagina is enorm asymetrisch en is niet echt in evenwicht.
Kleurensymboliek is ook niet meteen te bespeuren in dit fragment. Enkel bij het laatste shot staat Barbara donker afgebeeld om de focus op de auto te leggen die wegrijdt.
Closure:
Er wordt een hele pagina gebruikt om 1 onderwerp voor te stellen: Het werpen van de koffer die uiteindelijk in een auto belandt.
Er is een opeenvolging van acties wanneer de koffer wordt gegooid en dan in het neutrale middenbeeld de koffer door de lucht vliegt.
Woord-beeldverhouding:
In deze scène staat het beeld altijd voor op de tekst. Er is een constante beeldspecifieke combinatie. De tekst in dit fragment is praktisch weg te laten. Het zijn slechts korte woorden of imperatieven die dus niet nodig zijn op deze pagina.
Belangrijkste personage:
Het belangrijkste personage is Barbara. Dit wordt duidelijk gemaakt door haar groter af te beelden dan alle andere personages. Ook komt ze twee keer duidelijk in de scène aan bod terwijl de anderen slechts 1 keer in de spotlight staan.
Zij is ook degene die op het einde van de pagina achter de auto aanloopt en dus de heldenrol aan zich toekent.
Sfeer/look/tekenstijl:
Zoals ik reeds heb gezegd is heel deze pagina gericht op chaos en daar is de illustrator zeker in geslaagd. Er wordt veel kleur gebruikt en veel met schaduw gespeeld. Hoewel dit soms naar mijn mening niet echt nodig is, draagt het wel bij tot het kleurrijke karakter van de strip. Ook wordt er in deze pagina, maar ook in heel de strip, veel beweging uitgebeeld. Je ziet het koffertje echt duidelijk vliegen doordat de illustrator zeer sterk op deze beweging inspeelt met bijvoorbeeld de lijntjes die achter het koffertje getekend zijn.